Nederlands

 
Koffiedik in een gebruikt filter
Uitspraak
Woordafbreking
  • kof·fie·dik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koffiedik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het koffiediko

  1. (drinken) het donkere bezinksel van gemalen koffiebonen dat overblijft na het zetten van koffie
    • Werp je het koffiedik in de vuilbak of op de composthoop? 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen