koffieboon
- Geluid: koffieboon (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɔfiˌbon / (3 lettergrepen)
- kof·fie·boon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koffieboon | koffiebonen |
verkleinwoord | koffieboontje | koffieboontjes |
- (plantkunde) Coffea arabica (gedroogde of geroosterde) vruchtenpit (zaad) van de koffieboom
- (scheldwoord) kleurling
1.
- Het woord koffieboon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koffieboon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ koffieboon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be