koffieklets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koffieklets (hulp, bestand)
- IPA: /'kɔfiˌklɛts/
Woordafbreking
- kof·fie·klets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koffie zn en klets zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koffieklets | |
verkleinwoord | koffiekletsje | koffiekletsjes |
Zelfstandig naamwoord
- een praatje tijdens de koffiepauze
- Zondag 17 aug koffieklets bij de herder. Ongedwongen bezoek aan de herder met zijn honden en kudde. Schaapskudde op de Borkeld, Borkeldweg 1, Markelo. [1]
- De competenties zijn doorheen de jaren wel veranderd. 'Het cliché van de stoffige 'reiziger' die met een iets te groot kostuum een koffieklets ging houden bij een aantal klanten en daarna de kroeg indook, heeft al lang zijn tijd gehad. [2]
- Of er ook nadelen zijn? "De werkdruk en de vereiste kennis zijn niet te onderschatten. Het is niet meer zoals vroeger toen er een lang koffieklets kon gehouden worden met collega's of patiënten. De efficiëntie is sterk toegenomen, onder meer door de technische evoluties. [3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord koffieklets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "koffieklets" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf 14 aug. 2014 Twaalf keer uit, twaalf keer anders
- ↑ De Standaard 01/06/2018 door (km) ‘Leren verkopen? Van een kiezelsteen kan je geen diamant maken’
- ↑ De Standaard 19/05/2018 door (km) Werken in een ziekenhuis: ‘De tijd van de uitgebreide koffieklets is voorbij’
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be