Koffiekan voor het zetten van filterkoffie met losse koffiebonen in een koffieloodje.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kof·fie·lood·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord koffieloodje koffieloodjes

Zelfstandig naamwoord

koffieloodje o dim. tant. [1]

  1. een maatbekertje om de juiste hoeveelheid koffiebonen af te meten die men moet malen om (een aantal koppen) koffie te zetten.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen