• sen·da

senda

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast sende, zie aldaar

senda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van sende (betekenis [A])

senda

  1. verouderde spelling of vorm van sende tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van sende, v (betekenis [A])

senda, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van sende (betekenis [B])

senda

  1. verouderde spelling of vorm van sende tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van sende, v (betekenis [B])

senda, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van sende (betekenis [B])