Nederlands

 
achterpad
Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterpad achterpaden
verkleinwoord achterpaadje achterpaadjes

Zelfstandig naamwoord

het achterpado

  1. een pad dat achter een huis en tuin loopt en toegang geeft voor een achteringang van het huis
    • Het loopt veel minder soepel met het vervangen van de wadi’s, de afwatersloten in tuinen van Oikos-binnen, dan de gemeente afgelopen zomer hoopte. Er ligt tot dusver alleen een infiltratieriool om hemelwater af te voeren in het achterpad tussen de Atlantalaan en de Kassandralaan. Deze moet de functie van de wadi in de achtertuinen overnemen. [2] 
    • In het geval van Annemieke en Michiel, maar ook op andere plekken in de wijk, functioneert het systeem echter niet goed. Bij een flinke regenbui loopt het water van de percelen aan de Garenboom bij het stel in de tuin, in plaats van dat het via het achterpad naar de straat stroomt. [3] 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen