Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pad·breed·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord padbreedte padbreedtes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de padbreedtev

  1. (techniek) hartafstand van de padden op een wagenas
    • Deze aanhanger heeft een as met een padbreedte van 1000 mm. 
Synoniemen

Gangbaarheid