levenspad
- le·vens·pad
- samenstelling van leven en pad met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levenspad | levenspaden |
verkleinwoord | - | - |
het levenspad o
- pad des levens
- Het woord levenspad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "levenspad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be