pat
- pat
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stand waarop de koning moet spelen en dan schaak komt te staan’ voor het eerst aangetroffen in 1855 [1]
- o en bn: via Frans pat "pat" en Italiaans patta "remise" verwant met Italiaans patto "verdrag"[2]
- v/m: van Frans patte "poot"[3][4]; door de vergelijkbare klank en verwante functies is soms vermenging opgetreden met woorden afgeleid van het Engels pad "stootkussen", dat zelf ook op het Franse patte teruggaat
o | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pat | patten |
verkleinwoord | patje | patjes |
het pat o
- (schaak) stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
- De partij eindigde in pat.
1. remise doordat een speler geen zet meer kan doen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
v/m | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pat | patten |
verkleinwoord | patje | patjes |
- (kleding) reep stof met een knoopsgat aan het uiteinde en met het andere uiteinde bevestigd aan het kledingstuk
- doorknoopsluiting met verstelbare patten
- (kleding) (verouderd) klep, bijvoorbeeld over een zak
- (...) de patten der zakken waren, door den tyd, wat besmeurt, (...) [5]
- (kleding) (militair) gekleurd strookje stof op een uniform als achtergrond van een onderscheidingsteken, in het bijzonder een bies op de kraag
- Op de kraag worden 5 hoekige emblemen als patten aangebracht die per dienstvak de kleur hebben zoals op de voormalige bies. [6]
- (fietsen) een van beide houders die het wiel in de vork houden, deel van het frame of zelfstandig te bevestigen onderdeel
- Zorg dat het wiel goed in de patten zit!
- [4] pad
- [1] knooppat
- [2] zakpatten
- [3] patjesluitenant
- [4] achterpat
1. reep stof met een knoopsgat aan het uiteinde
3. gekleurd strookje stof op een uniform
4. een van beide houders die het wiel in de vork houdt
stellend | |
---|---|
onverbogen | pat |
verbogen | - |
pat
- (schaak) alleen predicatief in een toestand waarin een speler geen enkele zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
- Dit spel staat pat en dat betekent remise.
1. in een toestand waarin een speler geen enkele zet meer kan doen
- Het woord pat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pat" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/pad3
- ↑ Broeckaert, K.; J. Huyghebaert (ed.)Jellen en Mietje (1816, facsimile1992) Facultés Universitaires Saint-Louis, Brussel; p.66; geraadpleegd 2015-02-14
- ↑ Bosman, A."Wat is model? Het grijze wollen Nederlandse uniform tussen 1912 en 1940" in: Opmars jrg. 13 nr. 72 (april 2008) Vereniging Historische Militaria; geraadpleegd 2015-02-14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pat | patte |
- pat
pat
- (schaak) pat; stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pat | pats |
pat
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
pat | patter | pattest |
pat
- geschikt, passend
- ingestudeerd
- luchtig, te gemakkelijk
- gereed, klaar, paraat
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to pat |
he/she/it | pats |
verleden tijd | patted |
voltooid deelwoord |
patted |
onvoltooid deelwoord |
patting |
gebiedende wijs | pat |
pat
- overgankelijk een klopje/tikje geven
- overgankelijk platkloppen
- overgankelijk aaien, strelen
- onovergankelijk huppelen
pat m
pat
pat
pat
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- pat
- Afgeleid van het Italiaanse patto
- (schaak) pat; stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
- (figuurlijk) patstelling, impasse
- –
- impas
- mat
- –
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
pat o
- IPA: /pat/
- pat
- Afgeleid van het Italiaanse patto
- (schaak) pat; stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /pat/
- pat
- (schaak) pat; stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
- «Partie skončila po dvaceti tazích patem.»
- De partij eindigde na twintig zetten in een pat.
- «Partie skončila po dvaceti tazích patem.»
- (figuurlijk) patstelling, impasse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pat | paty |
genitief | patu | patů |
datief | patu | patům |
accusatief | pat | paty |
vocatief | pate | paty |
locatief | patu | patech |
instrumentalis | patem | paty |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
pat