zakpatten
- zak·pat·ten
de zakpatten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zakpat
- De kraag, voor kanten en zakpatten stikt U 1 cm breed af. [1]
- Het woord 'zakpatten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "De nieuwe winterjas" in: Provinciale Zeeuwse Courant (10 november 1949) p. 4 kol. 2; geraadpleegd 2015-02-14