tab
- tab
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitstekend strookje’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tab | tabs |
verkleinwoord | tabbetje | tabbetjes |
- uitstekend strookje
- tabulator, de horizontale tab veroorzaakt een sprong van 8 spaties
- Het woord tab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tab" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tab" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tab op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
tab
- Zie Wikipedia voor meer informatie.