WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/p
p (deel 1)
bewerken- paaigeld
- paalhek
- paalkot
- paalplanting
- paalstaak
- paalstil
- paardenspan
- paardevijg
- paarlemoeren
- paarskleurig
- paashout
- paaspijp
- paasweer
- paaszonne
- pachteres(se)
- pachterse
- pachterszoon
- pachthoeve
- pachthof
- paddevlas
- pafknal
- paggelen
- paisibel
- pak
- pakken
- pakos
- paleren
- palmhut
- palmtronk
- palstil
- palul
- palulhond
- palulleman
- palullen
- palure
- paluw
- pampoen
- pampoenpap
- pandberg
- pander
- panderen
- pandgift
- pandlosser
- pandoering
- pandslag
- i pane
- ii pane
- paneel
- panhoed
- panne
- pannelat
- pannen
- pannetichel
- papbrok
- papeter
- papklonten
- paprentenier
- papschuite
- parabaat
- paradeoptocht
- paradijs
- pardaf
- pardjienen
- parei
- parelkraal
- parelmoerkleurig
- parelmoerkliever
- parelrits
- pareltand
- parerement
- paretspijze
- park
- parlasanten
- parlé
- parmesankaas
- parochiekwestie
- parochienieuws
- parochiezaak
- part
- pas
- pasmaat
- pasport
- passe
- passie-winkel
- paster
- pastoorstuin
- patakon
- patat
- pateel
- pateelberd
- paternosterbeier
- paternosterreeks
- paternosterresem
- paterscel
- patersglas
- patersronde
- pathetiek
- patodder
- patronagezaal
- patroongat
- patroonheiligenbeeld
- pauwsteert
- pauzenpaleis
- paveljoen
- peem
- pee
- peer
- peerd
- peerdebeul
- peerdegast
- peerdeknecht
- peerdemage
- peerdemand
- peerdenaam
- peerdenhemel
- peerdenboon
- peerde(n)keutel
- peerdenknie
- peerdenkoets
- peerdenkoop
- peerdenkop
- peerdenkweker
- peerdenspan
- peerdenstal
- peerdenstap
- peerdentaal
- peerdenwachter
- peerdepijne
- peerder
- peerdespan
- peerdjesmolen
- peerdrijden
- peerdsbel
- peerdshaar
- peerdshoef
- peerdspoot
- peetjewevertje
- peers
- peesarm
- pegelen
- peil
- peiltijd
- peinzelijk
- peizen
- pekfakkel
- pekken
- pekker
- pelderlaken
- pelle
- pellebijter
- pelsebijter
- pelspolk
- peneware
- penewarie
- pennekrabbel
- pennestok
- pennestreep
- pennink
- pensejager
- pepel
- peperbol
- percies
- perdelle
- perdompelen
- perelblauw
- pereldauw
- perelen
- perelgeerste
- perelgierst
- perelgrijs
- perelklaar
- perelkraal
- perelregen
- perelrood
- pereltand
- perfied
- perijkel
- perkantig
- perklijn
- perleute
- perleutespel
- perliffeloper
- pernekelaar
- pernekelachtig
- pernekelen
- pernekelig
- perneutelig
- perre
- perse
- personaadje
- personkel
- pertank
- perte
- pertig
- pertigheid
- pestekot
- pestel
- pesthond
- petater
- peter
- peter-noom
- peteuterig
- petklak
- pe(t)tut(t)ig
- petroleumlantaarn
- petroleumrook
- petrolie
- petrolvat
- petroollicht
- pezelkop
- peze-top
- pezeweefsel
- pezeweven
- pezewever
- pezeweverij
- phtisiek
- piekebeste
- piekenier
- piekijzer
- piepasem
- pieperken-duik
- piepfijn
- piephol
- piepkriep
- piepogen
- piepvoois
- piepzang
- piere
- pieren
- pierewaai
- pierewaaid
- pierewaaien
- pier
- pierland
- pierlen
- pierlo
- pierloos
- pierogen
- pieskadotter
- piete
- p(i)eter
- pieterig
- pieternaakt
- pieter-van-kleerhout
- pijkardousen
- pijke
- pijken-zot
- pijlde
- pijlerkop
- pijlflits
- pijlrecht
- pijne
- pijnkreet
- pijnsteek
- pijnwerk
- pijpebak
- pijpekoteraar
- pijperling
- pijpsteert
- pikar
- pikke
- pikkel
- pikkelbeen
- pikkelen
- pikkeltred
- pikmachien
- pikmes
- pilker
- pilkeren
- pimpantig
- pimpelogen
- pimpernel
- pinkel
- pinkelgroen
- pinkeling
- pink
- pinkelnaald
- pinnen
- pinsen
- pinteglas
- pinten
- pinterek
- pioenbloem
- piokken
- piottenhoed
- pipswoord
- pipziekte
- pirobak
- pitenleer
- plaagdeuntje
- plaaglust
- plaagreden
- plaagspook
- plaagsteert
- plaagsteerten
- plaagsteerterij
- plaagtoon
- plaastering
- plaats
- plaatsenaar
- pladeien
- placement
- pladompelen
- plagerend
- plagernij
- plaizanse
- plak
- plakblad
- plakbrief
- plakken
- plakwaaier
- plakwerk
- plamoten
- plankier
- planktafel
- plantstok
- plassel
- plat
- plateel
- plathangen
- platkletsen
- platlaaien
- platsdarm
- platsderm
- platsmijten
- plattebedde
- plattebuis
- plattelandsmeisje
- plattrekken
- platvallen
- platvegen
- platvloers
- plechtigheidsgevoel
- pleging
- plein
- plek
- plekken
- pletsen
- pletsregen
- plettersteen
- pleute
- pleziermaker
- pleziervolk
- plezierperk
- plichtig
- plichtigheid
- plichtvol
- plodderen
- plodderen
- ploefen
- i. ploeze
- ii. ploeze
- ploezeweefsel
- ploezewerk
- ploezezwart
- plofbons
- ploffe
- plooien
- ploossen
- pluimen
- pluimenbos
- pluimendos
- pluimenrok
- pluimgras
- pluimkruin
- pluimstreep
- pluimvorm
- pluiswolle
- pluizel
- poefen
- poeiering
- poeldenier
- poenderaar
- poenderen
- poendering
- poen
- poep
- poepgaai
- poepgaaien
- poer
- poerdamp
- poeren
- poerfijn
- poerreuk
- poester
- poesteren
- poet
- poeze
- poezejongen
- poezelrond
- poezenelle
- pofslag
- poge
- pokeling
- polbroek
- polderman
- polderspoot
- poley
- polk
- polken
- pollefokken
- pollevie
- pompbeen
- pompelen
- pomperij
- pompsteen
- ponk(e)
- ponkel
- pookijzer
- poorter
- poortierschap
- poortluik
- poot
- pootstoot
- popelier
- poppeding
- poppelen
- poppengedoe
- poppengerei
- poppengezin
- poppensprong
- poppenvolk
- populierenkruin
- poren
- porren
- porseleingerief
- port-d'armes
- portière
- post
- postenakel
- posthotel
- posthuis
- potaarden
- pote
- potelen
- poteling
- pot-en-god
- poterie
- potfles
- potfoefeling
- potjeslikker
- potkan
- potloodpenne
- potloodteken
- potloodschrift
- potschijf
- potshoofd
- pottenbindersgereedschap
- praalbaas
- praalboog
- praalgevecht
- praalpronk
- praaltocht
- praalreden
- praaltocht
- praaltroon
- praatpronkend
- prachtdeerne
- prachtgang
- prachtmens
- prachtmerel
- prachtmeubel
- prachtpeerd
- prachtpijp
- prachtschepsel
- prachtsieraad
- praktezijn
- pramen
- prankel
- pratikzeren
- prazelen
- pree
- pregge
- prentsel
- pretheer
- pretmaken
- pretmaker
- preufstuk
- preus
- preusheid
- preutelkraam
- preuve
- preuven
- preveling
- prezie
- priemgras
- priemgrasland
- prieming
- priemstok
- priemtijd
- prije
- prijsbaar
- prijsbeest
- prijscijfer
- prijsdeling
- prijskampen
- prijskamper
- prijsmerrie
- prijspeerd
- prijswaarde
- prijsweerde
- prijzie
- prikdraad
- prisme
- prison
- processiebeeld
- processiemaagdeke
- prochie
- prochieput
- proefcommunie
- proefteug
- profes
- profijtelijk
- profijtig
- prohiberen
- prolle
- promp
- prondelboel
- prondelaar
- prondelen
- proneren
- pronken
- pronkette
- pronkmakke
- pronkslet
- pronksmederij
- pronktooi
- proper
- pront
- propreteit
- protestwoord
- pruimen
- prulgeschiedenis
- prulleding
- pruts
- prutselen
- prutselkunst
- prutske
- pruttelding
- prutteling
- pruttelkous
- puid
- puidebil
- puidenkoers
- puidenmond
- puidenwezen
- puidonnozel
- puidshoofd
- puinenstad
- pul(le)
- pullemuts
- pulmmuts
- puls
- punthoekig
- puntje
- puppekind
- puppekop
- puppeloos
- puppetafel
- purperbestikt
- purperglimmend
- purpervloeren
- puperzijden
- purperzwart
- purren
- put
- putmaker
- putteren
- puurijl
- puzzlesport