• pri·son
enkelvoud meervoud
naamwoord prison prisons
verkleinwoord - -

het prisono

  1. (misdaad) plaats waar mensen vanwege een delict gevangen worden gehouden
     Het Diepe Dal' werd dan geruild voor een verbeteringsgesticht ergens in het Vlaamse land, Kortrijk of Brugge, ik weet het niet meer zo goed niet en dat verbeteringsgesticht had het regime van een prison.[2]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [3]
        3
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [3]
        1
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Rosalie niemand in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, prison
  3. 3,0 3,1 3,2
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, prison


enkelvoud meervoud
prison prisons

prison

  1. (misdaad) gevangenis
    «To be in prison
    In de gevangenis zitten.


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  prison     le prison     prisons     les prisons  

prison m

  1. (misdaad) gevangenis