gevangenis
- Geluid: gevangenis (hulp, bestand)
- IPA: /ɣǝvɑŋǝnis/
- ge·van·ge·nis
- In de betekenis van ‘bajes’ voor het eerst aangetroffen in 1281 [1]
- Naamwoord van handeling van vangen met het voorvoegsel ge- en met het achtervoegsel -enis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevangenis | gevangenissen |
verkleinwoord | gevangenisje | gevangenisjes |
de gevangenis v
- (juridisch), (misdaad) een gebouw waarin veroordeelde personen gevangen worden gehouden vanwege hun misdaden
- De Nederlandse gevangenissen raken inmiddels overvol.
- bajes, cel [2], gevang, lik [3], nor, Hotel de Houten Lepel, penitentiaire inrichting, petoet
|
1. een gebouw waarin personen gevangen worden gehouden vanwege hun misdaden
- Het woord gevangenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevangenis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gevangenis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be