• ge·van·ge·nis·poort
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangenispoort gevangenispoorten
verkleinwoord gevangenispoortje gevangenispoortjes

de gevangenispoortv / m

  1. poort in een gevangenismuur en die toegang geeft tot het gevangenisterrein
     Het eerste wat de vrijgekomen gedetineerden gewoonlijk deden was aan de overkant van de gevangenispoort een harinkje naar binnen laten glijden.[1]
     Als er inderdaad veel minder levenslang wordt gegeven, zal de VVD voorstellen dat de strafmaat omhoog moet. "Zeker omdat met ons systeem van vervroegde invrijheidsstelling een misdadiger al na circa twintig jaar buiten de gevangenispoort staat", zegt Van Oosten in een toelichting. Hij vindt dat de samenleving moet worden beschermd tegen "nietsontziende personen".[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “VVD: geen levenslang, dan celstraf van 40 jaar” (26-06-2015), NOS