Sanguisorba officinalis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pim·per·nel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pimpernel pimpernellen
verkleinwoord pimpernelletje pimpernelletjes

Zelfstandig naamwoord

de pimpernelv / m [3]

  1. (plantkunde) (medisch) plant van het geslacht Pimpinella  
  2. (plantkunde) (voeding) (medisch) eetbare plant van het geslacht Sanguisorba  
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen