pezewever
- pe·ze·we·ver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pezewever | pezewevers |
verkleinwoord | pezewevertje | pezewevertjes |
de pezewever m
- (pejoratief) iemand die overdreven aandacht geeft aan kleinigheden
- ▸ Een futiliteit als bessesap of bessenjam is leuk voor pezewevers, fundamenteel anders ligt dat met de spelling van de bastaardwoorden.[3]
- Het woord pezewever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pezewever" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pezewever op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Pezewevers” (28 december 1993) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be