• pe·ze·we·ver
enkelvoud meervoud
naamwoord pezewever pezewevers
verkleinwoord pezewevertje pezewevertjes

de pezeweverm

  1. (pejoratief) iemand die overdreven aandacht geeft aan kleinigheden
     Een futiliteit als bessesap of bessenjam is leuk voor pezewevers, fundamenteel anders ligt dat met de spelling van de bastaardwoorden.[3]
17 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]