Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pla·ce·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord placement placementen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het placemento

  1. regeling waarbij men bepaalt welke mensen op welke plaats aan tafel zitten tijdens een diner of bijeenkomst
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen