WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/o
o (deel 1)
bewerken- observatiegeest
- obusput
- ochtendbel
- ochtenddevotie
- ochtendschemer
- oegst
- oeie
- oekeren
- oerbestaan
- oerman
- oermenselijk
- oervast
- oeselaar
- oeselen
- oeverbarm
- oeverberm
- oeverwand
- of
- offerandekeers
- offerandepenning
- offerandeschaal
- offerande-vigge
- officieren
- ogelen
- ogenbrauwe
- ogendraai
- ogengelonk
- ogenlach
- ogenlonksel
- ogenspel
- ogentroost
- ogenverblinding
- okselscheute
- oliebrood
- oliebroodpap
- oliegeel
- oliejakker
- oliesoep
- oliettebot
- olijfpit
- olmendreve
- om
- ombarmen
- omblakeren
- omblauwen
- omblik
- ombliksemen
- ombouwen
- omdoezelen
- omdraai
- omduffelen
- omendom
- omfranjelen
- omgangsvriend
- omhaal
- omhang
- omhein
- omhoogbomen
- omhoogstaren
- omhoogstuiven
- omhurken
- omkanteling
- omkappen
- omklampen
- omkomen
- omlaaien
- omlangs
- omlandsliggend
- omleeg
- omlege
- ommantelen
- omme
- ommebeulen
- ommedraai
- ommegaan
- ommegang
- ommeganger
- ommekijk
- ommeland
- ommelands
- ommelings
- ommesprong
- ommestaande
- ommestand
- ommetoer
- ommewaarts
- omoeveren
- omramen
- omraming
- omsmeren
- omsnakken
- omsnappen
- omspetteren
- omstrepen
- omstrijken
- omtrekken
- omveiligen
- omverblazen
- omverkeren
- omverklaaien
- omvlammen
- omwarrelen
- omwazen
- omwenden
- omwendend
- omwoekeren
- omwoeling
- omwroetelen
- omzeggens
- onaantastelijk
- onafgelijnd
- onbate
- onbeasemd
- onbedachtheid
- onbedachtig
- onbedankt
- onbedingd
- onbegaand
- onbejaard
- onbekanst
- onbekommernis
- onbekwaam
- onbenamelijk
- onbereden
- onberedend
- onbermhertig
- onberoerbaar
- onberoerbaarheid
- onberoerlijk
- onbescheidelijk
- onbeschoftelijk
- onbespeurig
- onbesuistig
- onbeveiligd
- onbewijfd
- onbezig
- onboetveerdig
- onbruikelijk
- onder
- onderdaan
- onderduikelen
- ondereten
- ondergeven
- onderhoorde
- onderhoren
- onderkomen
- onderlijf
- onderlijfzak
- onderpastorie
- onderromp
- onderschakering
- onderscheidelijk
- onderstaan
- onderstand
- ondertas
- ondertekken
- onderverstaan
- ondervest
- onderveste
- onderwaart
- onderwege
- ondienst
- ondiet
- ondom
- ondommelijk
- ondoorspeurbaar
- oneindelijk
- onevenheid
- onfaalbaar
- onfaalbaarheid
- ongeboet
- ongebrijzeld
- ongedaante
- ongedaantig
- ongedoevig
- ongedragenheid
- ongeducht
- ongeduldsvlaag
- ongeduur
- ongefrommeld
- i ongehier
- ii ongehier
- ongekrookt
- ongelijkig
- ongelovigaard
- ongelukkigaard
- ongeluksgenoot
- ongelukshof
- ongeluksmens
- ongeluksmeubel
- ongeluksslag
- ongeluksziel
- ongenot
- ongenoten
- ongenucht
- ongereedheid
- ongerief
- ongeschikt
- ongeschoftheid
- ongesleten
- ongesnoekt
- ongespraakzaam
- ongestuimigheid
- ongetimmerd
- ongevoeg
- ongeweer
- ongeweerte
- ongewilligaard
- ongezeid
- ongezind
- ongezomerd
- ongoddelijkheid
- ongrijpelijk
- ongroei
- onheilmare
- onheilslied
- onheilsmare
- onheilsmid
- onheilswolk
- onheimelijk
- onherkennelijk
- onken(ne)lijk
- onkennelijkt
- onkennig
- onlands
- onlang
- onlangsleden
- onleefbaarheid
- onmerkelijk
- onmiddelbaar
- onmijde
- onmoedig
- onnozelaar
- onnucht
- onnuttigaard
- onnuttigheid
- onomschreven
- onontkomelijk
- onophoudend
- onovergapelijk
- onovervaambaar
- onoverzienlijk
- onpatjuistig
- onplichtig
- onraakbaar
- onrechtzinnig
- onroerbaar
- onschattelijk
- onschepe
- onschuld
- ons-heer
- on-slachtig
- onstaltig
- ont
- ontallig
- ontastelijk
- ontbinder
- ontblauwen
- ontbolstering
- ontbotten
- ontdragen
- ontdubbeling
- ontfleuren
- ontgeest
- ontgraven
- ontgraving
- ontheistering
- onthevenheid
- onthoud
- ontijde
- ontijde
- ontijdig
- ontkelligen
- ontkennelijkt
- ontkommerd
- ontladen
- ont-ledematen
- ontlenden
- ontleren
- ontloochenen
- ontmaken
- ontmergd
- ontnaaien
- ontpluimen
- ontraken
- ontroostelijk
- ontsapt
- ontschuchterd
- ontslagverzoek
- ontstijven
- ontstoppeld
- onttodderen
- ontverven
- ontvijzen
- ontwaarden
- ontweiden
- ontwekken
- ontwerrelen
- ontzadelen
- ontzeilen
- ontzettelijk
- ontzwaren
- onuitdenkbaar
- onuitkennelijk
- onuitkoombaar
- onuitpeinzelijk
- onuitzienlijk
- onvatbaar
- onvattelijk
- onverduldig
- onverduldigheid
- onvergeld
- onverleefd
- onverlet
- onvermeden
- onvermijd
- onverporbaar
- onverroerbaar
- onverroerlijk
- onverschil
- onverschilligaard
- onvervaarderik
- onvolgroeid
- onvolschapen
- onvolvormd
- onvolworden
- onweerhitte
- onweerhouden
- onweersstemming
- onweerstijd
- onwendelijk
- onwetelijk
- onzeggelijk
- onziende
- onzienlijk
- ooftgaard
- ooftwijn
- oog
- oogblauw
- oogcirkel
- oogdeur
- ooggreep
- oogkappe
- ooglonk
- oogpink
- oogput
- oogscheel
- oogschijnlijk
- oogslag
- oogstgarf
- oogstgraan
- oogstkoorn
- oogsttij
- oor
- oorbeeld
- oorbeest
- oorboom
- oorbore
- oorbuis
- oordjes-bijter
- oordjekeers
- oorgenot
- oorgewas
- oorkomst
- oorkomstig
- oorkracht
- oorlogscopie
- oorlogsfraze
- oorlogsspanning
- oorlogswoestenij
- oorloos
- oorloosheid
- ooros
- ooroud
- oorschoonheid
- oorstoot
- oortijd
- oortijds
- oortjes-kaars
- oortjeskeersken
- oorzaag
- oost
- oostergat
- oosterlucht
- oostermond
- oosterpoort
- oosterstreek
- oostgat
- oosthemel
- op
- opademen
- opbalken
- opballen
- opbarmen
- opbeuken
- opblaken
- opblikken
- opbomen
- opbortelen
- opbrengen
- opbriesen
- opdaveren
- opdoen
- opdraaien
- opdrang
- opeendrummen
- opeenfronzen
- opeengroeien
- opeenstuwen
- opeenvloeren
- opeenwinden
- open
- openbaarlijk
- openberen
- openbeulen
- openborzen
- openbreden
- openbreiden
- opendeinen
- opendelen
- opendrummen
- openflikken
- opengaan
- opengalmen
- opengang
- openharig
- openheffen
- openheid
- openkelken
- openkieren
- openklakken
- openklaren
- openklateren
- openkriepen
- openkroezen
- openluchtig
- openmondig
- openperelen
- openpleisteren
- openpletteren
- openploffen
- openpoeieren
- openpuffen
- openluiden
- openpramen
- openrafelen
- openraspen
- openrekken
- openroefelen
- openruifelen
- openscharrelen
- openscheed
- openscheisteren
- openscheieren
- openscherrelen
- openschranken
- openschudden
- openschuimen
- opensmelten
- opensnakken
- opensneeuwen
- opensnokken
- openspeiten
- opensperrelen
- openspetteren
- openspletten
- opensprietelen
- opensproeien
- openspruiten
- openstoren
- openstrekken
- openstreuvelen
- openstriebelen
- openstriemen
- openstriewelen
- openstrijken
- openstromen
- openstrooien
- openstuiven
- opentellen
- opentrechteren
- openvimmen
- openvlokken
- openvorken
- openwaaien
- openwachten
- openwapperen
- openwateren
- openweken
- openwieken
- openwijden
- openwijzen
- openwimpelen
- openwolken
- openwrikkelen
- openzeeuwen
- openzetten
- openzwellen
- opfretten
- opgaffelen
- opgeschept
- opgeschoten
- opgeslotenheid
- opgewakkerd
- opgezet
- opglooien
- opgulpen
- ophaal
- ophangen
- ophebben
- ophelmen
- ophemmend
- ophopend
- ophouden
- opijnig
- opjagen
- opjoepen
- opjubelen
- opkammen
- opkappen
- opkezen
- opklateren
- opklaveren
- opklawieren
- opklepelen
- opknasperen
- opkoteren
- opkotteren
- opkrevelen
- opkringelen
- opkrinkelen
- opkuisen
- opleiden
- opleidersberoep
- opleren
- opmaken
- opmakerij
- opmuffelen
- oppe
- opperbaas
- opperboer
- opperdroger
- opperelen
- oppering
- opperkant
- opperlaag
- opperlucht
- opperst
- oppertrans
- opperveldheerschappelijk
- opperwaards
- opperwand
- opperzolder
- oppoefen
- opproesten
- oppronken
- oppurren
- oprakelen
- opranken
- oprapen
- oprazen
- oprechten
- opresemen
- opreutelen
- oprijden
- opritsen
- oprobbelen
- opruierij
- opruifelen
- opruisen
- opscheppen
- opschichten
- opschieten
- opschietend
- opschikspiegel
- opschokken
- opschormen
- opschorsen
- opschrabbelen
- opschreeuwen
- opschrijden
- opschrompelen
- opslieren
- opsnakken
- opsnappen
- opsnoeren
- opspeiten
- opspietsen
- opspiralen
- opspoken
- opspor(r)elen
- opsporen
- opspouteren
- opsprankelen
- opsproeien
- opsteken
- opstoren
- opstralen
- opstrepen
- optel
- opterden
- optiegen
- optillen
- optooi
- optoveren
- opvazen
- opvesten
- opvijzen
- opvlinderen
- opvolgenlijk
- opvunzen
- opwabberen
- opwakkeren
- opwapperen
- opwarrelen
- opwazen
- opwerken
- opwielen
- opwinden
- opwinderij
- opwollen
- opwolken
- opzanten
- opzetten
- opzetterij
- opzeulen
- opzienwekkend
- opzwiepen
- orange
- ordenummer
- orderegeling
- ore
- orgeling
- orgelkasse
- orgelkleed
- orgellied
- orgelneurien
- orgelstem
- orgelstoot
- orie
- orije
- oripeau
- orkaanruk
- osse
- ossenlijf
- oudbejaard
- oudbollig
- oude
- oude-dag
- oud-eigen
- oudeiken
- oudeman
- oudemannenernst
- oudemans-ernstig
- oudemans-gevoel
- oudemans-kind
- oudemans-wezen
- ouderling
- ouders
- oudewijfsachtig
- oudewijfsgezicht(e)
- oudewijfskerkgang
- oudewijfswezen
- oudgezel
- ouds
- oudvallig
- ovenbank
- ovenbuur
- ovenkamer
- ovenkool
- ovenkop
- ovenmuil
- over
- overaaien
- overbejaard
- overbenen
- overbeulen
- overbijten
- overblazen
- overblikken
- overblozen
- overdanig
- overdoen
- overdompeld
- overdood
- overdrager
- overdrefelen
- overduffelen
- overeen
- overeenwerken
- overeeuws
- overend(e)
- overfrommelen
- overgaan
- overgapen
- overgeweldig
- overgillen
- overgroeid
- overhand
- overhands
- overhang
- overhoekte
- overhulle
- overjaar
- overjaars
- i overkant
- ii overkant
- overkappen
- overkeren
- overklappen
- overklaterd
- overkloppen
- overkomen
- overkomst(e)
- overkraaien
- overkrachtig
- overkriebelen
- overkrullen
- overkussen
- overlaast
- overlaatst
- overlang
- overlasten
- overleefsel
- over-leie
- overletten
- overlijnen
- overlikken
- overlommering
- overluifelen
- overlust
- overmaast
- overmantelen
- overmeten
- overmorsen
- overnacht
- overnijpen
- overnoen
- overoekeren
- overogen
- overouds
- overpeuren
- overpotelen
- overpreus
- overpurmen
- overreiken
- overrobbelen
- overschemeren
- overschieten
- overschietend
- overschrikkelen
- overslaan
- oversmelten
- oversmoren
- oversoppen
- overspieden
- overspinnen
- overspoedig
- overspreken
- overstampen
- overstappen
- overstier
- overstormen
- overstrelen
- overtasten
- overtellen
- overtellig
- overtieren
- overtijd
- overtintelen
- overtonen
- overtooien
- overtrakelen
- overtrokken
- overtuiten
- overvaagd
- overvaakt
- overvamen
- overvangen
- overveel
- overvoeren
- overvoldaan
- overvoldaanheid
- overvragen
- overwaden
- overwateren
- overwauwen
- overwelig
- overwenken
- overwinden
- overwisselen
- overzalig
- overzeeuwen
- overziften
- overzijds
- overzinderen
- overzinnen
- overzoeken
- overzoppen
- overzwalpen
- ow
- oxaal