• om·hein
vervoeging van
omheinen

omhein

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omheinen
    • Ik omhein. 
  2. gebiedende wijs van omheinen
    • Omhein! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omheinen
    • Omhein je?