omheinen
- om·hei·nen
- In de betekenis van ‘met een omheining omgeven’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
- samenstelling van om bw en heinen (verouderd werkwoord "van een heining voorzien")
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omheinen |
omheinde |
omheind |
zwak -d | volledig |
omheinen
- overgankelijk aan alle kanten omsluiten
- De tuin omheinen was een zware klus.
1. aan alle kanten omsluiten
- Het woord omheinen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omheinen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "omheinen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be