ontwaarden
- Geluid: ontwaarden (hulp, bestand)
- ont·waar·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontwaarden |
ontwaardde |
ontwaard |
zwak -d | volledig |
ontwaarden [1]
- onovergankelijk waarde verliezen
- overgankelijk van waarde doen verminderen
vervoeging van |
---|
ontwaren |
ontwaarden
- meervoud verleden tijd van ontwaren
- Wij ontwaarden.
- Jullie ontwaarden.
- Zij ontwaarden.
- Wij ontwaarden.
- Het woord ontwaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.