opgezet
- op·ge·zet
vervoeging van: | opzetten… |
verbogen vorm: | opgezette |
opgezet
- voltooid deelwoord van opzetten
- ▸ De hele tuin was omgetoverd tot een festivalterrein met ruim vijftig tenten die met minder dan een centimeter tussenruimte waren opgezet.[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opgezet | opgezetter | opgezetst |
verbogen | opgezette | opgezettere | opgezetste |
partitief | opgezets | opgezetters | - |
opgezet [2]
- van de te voren bedacht
- Het groots opgezette onderzoek moest inzicht geven in de effecten van vaccinatie bij jonge kinderen.
- van een dood dier dat het vel is opgevuld met een kunstmatige vulling zodat het dier in een min of meer natuurlijke houding kan worden gezet
- In dit museum is een hele verzameling van opgezette dieren te bewonderen.
- ▸ Een versleten, opgezette zwarte beer was een voorproefje van wat me te wachten stond.[1]
- Het woord opgezet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgezet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be