• on·be·kwaam
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbekwaam onbekwamer onbekwaamst
verbogen onbekwame onbekwamere onbekwaamste
partitief onbekwaams onbekwamers -

onbekwaam

  1. (van een persoon) niet in staat om bepaalde taken of functies goed uit te voeren
     Maar zoals het er nu voor stond, moesten ze dus wachten tot die onbekwame zakenman zijn schaapjes op het droge had? Dan liepen ze het risico dat ze lang moesten wachten.[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be