• over·slaan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overslaan
sloeg over
overgeslagen
klasse 6 volledig

overslaan

  1. overgankelijk een beurt doen missen
    • Laten we deze opgave maar overslaan. 
     Hij zat erbij als een man die overduidelijk geen maaltijd oversloeg en die ook voor het overige beter wist dan wie ook wat goed was voor hemzelf en de wereld.[1]
     Deze Casa de Luna kon ik blijkbaar niet overslaan, dus verliet ik de trail alweer en stak mijn duim op in de hoop een lift te krijgen.[2]
  2. ergatief plotseling van de ene geleider op de andere springen van elektriciteit
    • Er sloeg een aantal vonken over. 
  3. ergatief plotseling overgaan in een ander stemregister
    • Van opwinding sloeg zijn stem over. 
  4. ergatief (medisch) (biologie) het overbruggen van een geografische of biologische hindernis
    • Er is een nieuw hiv-virus overgeslagen van de gorilla op de mens. 
  5. overgankelijk een vorm van handel waarbij goederen van het ene transportmedium op het andere overgebracht worden
    • In de haven van Rotterdam is in de eerste drie maanden van het jaar 10,8% minder overgeslagen dan in dezelfde periode vorig jaar. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be