overschieten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  overschieten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• over·schie·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  over  en  schieten 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
overschieten	schoot over	overgeschoten
klasse 2	volledig

Werkwoord

overschieten

1. onovergankelijk overblijven
2. overgankelijk over iets heen schieten
3. overgankelijk opnieuw schieten

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
overschieten	overschoot	overschoten
klasse 2	volledig

Werkwoord

overschieten

1. overgankelijk schietend bedekken met

Gangbaarheid

• Het woord overschieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overschieten" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.