• op·wer·ken

opwerken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opwerken
werkte op
opgewerkt
zwak -t volledig
  1. zorgen dat je vooruitkomt in het leven, zorgen dat je promotie maakt
    • De 22-jarige verdediger uit Den Haag heeft zich in twee jaar bij de Franse club niet kunnen opwerken tot vaste basiskracht. Rekik, die drie jaar geleden in de aanloop naar het WK debuteerde in Oranje, was eerder als huurling van Manchester City bij PSV wel twee seizoenen een vaste waarde. [1] 
    • De thriller vertelt over drie twintigers die zich opwerken in de wereld van de internetcriminaliteit. Het verhaal is los gebaseerd op Maikel S, een scholier die vanuit Woerden een digitaal drugsimperium opbouwde. Uiteindelijk werd hij in de VS opgepakt en verdween voor jaren achter tralies. [2] 
  2. (techniek) zuiveren van een mengsel zodat het een nuttig product wordt (met name het omzetten van kernafval tot kernbrandstof)
    • Ondertussen tikt de klok verder richting 2025 en neemt de interesse van Synatom om de uitgewerkte kernbrandstof nog te laten opwerken, verder af – het is verloren geld en moeite als het gerecycleerde uranium en plutonium niet kan worden hergebruikt. Een tussenscenario met een gedeeltelijke opwerking lijkt realistischer, maar zelfs daarvoor dringt de tijd. De keuze voor het scenario van niet-opwerking heeft dan weer als voordeel dat Synatom meteen kan (moet) beginnen met de bouw van een speciale bewaarfaciliteit waar de uraniumstaven enkele tientallen jaren kunnen afkoelen. [3] 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia 02-06-2017
  2. Tubantia 05-05-2017
  3. de Standaard MAANDAG 11 SEPTEMBER 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be