ontzeilen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·zei·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
ontzeilen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontzeilen |
ontzeilde |
ontzeild |
zwak -d | volledig |
- zorgen dat men iets of iemand niet ontmoet
- de zeilen van een molen verwijderen
Synoniemen
- [1] ontlopen
Gangbaarheid
- Het woord 'ontzeilen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontzeilen" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be