slot
- slot
- [A] erfwoord via Middelnederlands van Oudnederlands [1] slot
- [1] in de betekenis ‘grendel, begrenzing’ aangetroffen vanaf de 10e eeuw [2]
- [2] in de betekenis van ‘kasteel’ aangetroffen vanaf 1270-1290 [3]
- [3] in de betekenis van ‘besluit, einde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401-1450 [4]
- [B] van Engels slot
- [2] (verkorting) van slotmachine
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slot | sloten |
verkleinwoord | slotje | slotjes |
[A] het slot o
- (techniek) mechanisme of elektronisch(-mechanische) hulpmiddel waarmee in combinatie met een sleutel of ander mechanisch hulpmiddel, of een cijfercode, een vingerafdruk of ander biometrische eigenschap een object met bijvoorbeeld een deur of een raam kan worden afgesloten
- ▸ En ja.... sta me toe'Hij maakte het pakje open en legde het sieraad snel om de hals van Christa, deed het slotje dicht en zette een paar passen naar achteren.[5]
- (bouwkunde) een middeleeuwse versterkte woning, ook wel kasteel of burcht genoemd
- einde
|
|
- [1] cilinder, dagschoot, doornmaat, nachtschoot, schoot, sleutel, spang, sleutelgat, sluiting, sluitkast, sluitkom, veiligheidsschoot
- [3] afloop, eind, end
- [1] achter slot en grendelgoed en stevig opgesloten (van gedetineerden)
- [1] op slot gaanniet meer kunnen bewegen
- • Door de spanning van de afgelopen week was mijn lijf op slot gegaan en ik hoopte dat hij mij weer kon laten ontspannen. [6]
- [1] Indonesisch: selot
1. mechanisme waarmee in combinatie met bijvoorbeeld een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
|
|
2. een middeleeuwse versterkte woning
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slot | slots |
verkleinwoord | slotje | slotjes |
[B] het slot o
- langwerpige dunne opening (bijvoorbeeld in een computer waarin een uitbreidingskaart kan worden bevestigd)
- vastgesteld tijdsinterval voor een activiteit
- (luchtvaart) periode waarin een vliegtuig op een bepaalde luchthaven mag opstijgen of landen
- [1] sleuf
[B] de slot m
- machine waarmee je na betaling door inworp van een muntje in een gleuf een kansspel voor een prijs kan spelen
- Het woord slot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slot" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ slot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ Vroegmiddelnederlands Woordenboek
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
slot | slots |
slot
- gleuf, groef, spleet, sleuf, uitsparing
- geul
- tijdsinterval
- gokautomaat, gokkast
- hertenspoor
- (vulgair) vagina
- [4] slot machine
slot
- inergatief in een uitsparing passen
- overgankelijk een uitsparing maken in
- overgankelijk achtervolgen
- overgankelijk inplannen, inlassen [1]