slot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slot
Woordherkomst en -opbouw
- A In de betekenis van ‘kasteel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1527 [1]
- B Leenwoord uit het Engels
A | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slot | sloten |
verkleinwoord | slotje | slotjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] slot o
- mechanisme of elektronisch(-mechanische) hulpmiddel waarmee in combinatie met een sleutel of ander mechanisch hulpmiddel, of een cijfercode, een vingerafdruk of ander biometrische eigenschap een object met bijvoorbeeld een deur of een raam kan worden afgesloten
- ▸ En ja.... sta me toe'Hij maakte het pakje open en legde het sieraad snel om de hals van Christa, deed het slotje dicht en zette een paar passen naar achteren.[3]
- (bouwkunde) een middeleeuwse versterkte woning, ook wel kasteel of burcht genoemd
- einde
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- [1] cilinder, dagschoot, doornmaat, nachtschoot, schoot, sleutel, spang, sleutelgat, sluiting, sluitkast, sluitkom, veiligheidsschoot
- [3] afloop, eind, end
Uitdrukkingen en gezegden
- achter slot en grendel
goed en stevig opgesloten
- op slot gaan
niet meer kunnen bewegen
- • Door de spanning van de afgelopen week was mijn lijf op slot gegaan en ik hoopte dat hij mij weer kon laten ontspannen. [4]
Overerving en ontlening
- [1] Indonesisch: selot
Vertalingen
1. mechanisme waarmee in combinatie met bijvoorbeeld een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
|
|
2. een middeleeuwse versterkte woning
B | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slot | slots |
verkleinwoord | slotje | slotjes |
Zelfstandig naamwoord
[B] slot
- m gokkast
- o sleuf (bij voorbeeld in een computer waarin een uitbreidingskaart kan worden bevestigd)
- m tijdsinterval
Gangbaarheid
- Het woord slot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slot" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "slot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ slot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
slot | slots |
Zelfstandig naamwoord
slot
- gleuf, groef, spleet, sleuf, uitsparing
- geul
- tijdsinterval
- gokautomaat, gokkast
- hertenspoor
- (vulgair) vagina
Synoniemen
- [4] slot machine
Werkwoord
slot
- inergatief in een uitsparing passen
- overgankelijk een uitsparing maken in
- overgankelijk achtervolgen
- overgankelijk inplannen, inlassen [1]