Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gok·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gokkast gokkasten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gokkastv / m

  1. (spel) apparaat om gokspelletjes mee te spelen
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be