Nederlands

 
1. De slotkapel van het kasteel in Neurenberg  
Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·ka·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotkapel slotkapellen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de slotkapelv / m

  1. (bouwkunde) (religie) speciale ruimte waar de bewoners van een kasteel kunnen bidden
     Kort daarop besliste kroonprins Friedrich Wilhelm (…) dat de sarcofagen werden overgebracht naar de slotkapel van de Hohenzollern stamburcht in Hechnungen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    J. Idsinga
    “Duits onvermogen” (29 juli 1991) op nrc.nl