Kasteel Peleş in Roemenië.
  • cas·tle
  • Afkomstig van het Latijnse woorden castellum, dit is een verkleinvoorm van castrum.
vervoeging
onbepaalde wijs to  castle 
he/she/it  castles 
verleden tijd  castled 
voltooid
deelwoord
 castled 
onvoltooid
deelwoord
 [[castling#Engels|castling]] 
gebiedende wijs  castle 

castle

  1. onovergankelijk, (schaak) een rokade maken.
  2. overgankelijk, (schaak) een rokade maken.
  3. overgankelijk, (sport), (voetbal) een positie of plaats verruilen (als bij een rokade).


enkelvoud meervoud
castle castles

castle

  1. (bouwkunde) kasteel, burcht, kasteel
  2. (scheepvaart) een klein torentje op een schip
  3. een klein huisje op de rug van een olifant
  4. een privaat refugium, een toevluchtsoord
  5. (schaak) (verouderd) toren

[4] My home is my castle.

[1] to build castles in the air

  • Wissels op de eeuwigheid trekken.

[1] to build castles in Spain

  • Wissels op de eeuwigheid trekken.

[1] castle in the air

  • Een luchtkasteel.