sleutel
- Geluid: sleutel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsløtəl / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈslø.tɔɫ/, /ˈslø.təɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /sløːtəɫ/
- (Limburg): /sløːtəl/
- sleu·tel
- In de betekenis van ‘werktuig om slot te openen of te sluiten’ voor het eerst aangetroffen in 1240.[1]
- erfwoord: Middelnederlands slōtel, sleutel, ontwikkeld uit Oergermaans *slutila-, afleiding bij het werkwoord *slūtan- ‘(af)sluiten’, waaruit sluiten, met het achtervoegsel *-ila voor gereedschappen.[2] Vorm met umlaut is Vlaams, Zeeuws en Hollands; vgl. beugel, teugel. Eveneens Nederduits Slötel, Duits Schlüssel en Oudfries sletel.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutel | sleutels |
verkleinwoord | sleuteltje | sleuteltjes |
de sleutel m
- een instrument waarmee een slot geopend of gesloten kan worden
- Als je je sleutel echt kwijt bent dan wordt het buiten slapen vannacht.
- (techniek), (gereedschap) een stuk gereedschap om bouten en moeren mee aan te draaien
- De moer is dolgedraaid, de sleutel heeft er geen grip meer op.
- (techniek) een voorwerp bedoeld om er een mechaniek zoals van een klok of speeldoos mee op te winden, een kraan open te draaien e.d.
- Achter de pendule ligt de sleutel om hem op te winden.
- een aanwijzing of code waarmee een raadsel kan worden opgelost, een geheim(-schrift) ontcijferd, een cijferslot geopend of toegang kan worden verkregen
- De sleutel die bij dit geheimschrift hoort, is nog niet gevonden.
- ▸ In 2018 ontdekte een door het Europees ruimteagentschap (ESA) aangestuurde sonde water onder het ijs van de zuidpool van de planeet. Het lokaliseren van ondergronds water vormt de sleutel bij het bepalen van de mogelijkheden tot leven op Mars, evenals bij het vaststellen of het een permanente bron voor een verkenning door mensen kan vormen.[3]
- een aandeel of functie die in een groep van groot belang is
- Wij hebben er hard voor gewerkt, maar zij is de sleutel tot het succes.
- [2]: moersleutel
- [4]: code, codesleutel, pincode, toegangscode, wachtwoord
|
|
- [1]: loper, slot
- [2]: schroefbout, moer, montage, werkplaats
- [4]: betaalautomaat, cijferslot, encryptie, geheimschrift, probleem, raadsel, toegangscontrole
- [5]: bedrijf, industrie, maatschappij, organisatie, waterstaat
- [2]: Engelse sleutel, verstelbare sleutel
- [4]: geheime sleutel
1. werktuig om te (ont)sluiten
|
|
2. moer- of Engelse sleutel
3. een voorwerp bedoeld om er een mechaniek zoals van een klok of speeldoos mee op te winden, een kraan open te draaien e.d.
4. een aanwijzing of code waarmee een raadsel kan worden opgelost, een geheim(schrift) ontcijferd, een cijferslot geopend of toegang kan worden verkregen
5. een aandeel of functie die in een groep van groot belang is
vervoeging van |
---|
sleutelen |
sleutel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
- Ik sleutel.
- gebiedende wijs van sleutelen
- Sleutel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
- Sleutel je?
- Het woord sleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleutel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Sleutel (slot), sleutel voor sloten, op Wikipedia
- Sleutel (gereedschap), sleutel voor moeren, op Wikipedia
- Sleutel (cryptografie), sleutel voor geheimschrift, op Wikipedia
- ↑ "sleutel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sleutel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Chinees ruimtevaartuig verzamelt beelden van zuidpool op Mars” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be