sleutelpersoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sleu·tel·per·soon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sleutel ww en persoon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelpersoon | sleutelpersonen |
verkleinwoord | sleutelpersoontje | sleutelpersoontjes |
Zelfstandig naamwoord
de sleutelpersoon m
- persoon in een sleutelpositie
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord sleutelpersoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.