sleutelvaluta
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sleu·tel·va·lu·ta
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sleutel en valuta zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelvaluta | sleutelvaluta's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (financieel) geldsoort die ook buiten het land van uitgifte voor betalingen wordt gebruikt
Gangbaarheid
- Het woord sleutelvaluta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.