dopsleutel
- Geluid: dopsleutel (hulp, bestand)
- dop·sleu·tel
- samenstelling van dop en sleutel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dopsleutel | dopsleutels |
verkleinwoord | dopsleuteltje | dopsleuteltjes |
de dopsleutel m
- (gereedschap) een sleutel met een vaste of met verwisselbare doppen, om bouten en moeren aan te draaien
- Deze doppendoos bevat een dopsleutel en 24 losse doppen.
1. dopsleutel
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dopsleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.