sleutelgat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sleutelgat (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsløtəlˌɣɑt / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsløtəɫχɑt/, /ˈsløtɔɫχɑt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsløːtəlɣɑt/
Woordafbreking
- sleu·tel·gat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sleutel en gat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelgat | sleutelgaten |
verkleinwoord | sleutelgaatje | sleutelgaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het sleutelgat o
- een gat in een slot waardoor een sleutel moet worden gestoken om hem te openen
Vertalingen
1. een gat in een slot waardoor een sleutel moet worden gestoken om hem te openen
Gangbaarheid
- Het woord sleutelgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleutelgat" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be