Nederlands

 
[1] geheimschrift
 
[4]QR Code
Uitspraak
Woordafbreking
  • co·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wetboek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stelsel van signalen of symbolen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1919 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord code codes
verkleinwoord codetje codetjes

Zelfstandig naamwoord

de codem

  1. geheimschrift, versleuteling zoals bijv. een dagboekcode
  2. de verzameling voorschriften en omgangsvormen op een bepaald gebied zoals bijv. erecode
    • per 1 januari 2010 is de Code Banken in werking getreden 
  3. volgorde van cijfers of letters om een cijferslot te openen, sleutel
  4. (informatica) stelsel van symbolen voor een informatieverwerkende machine
    • bekende codetabellen zijn heden ten dage ANSI, Unicode en UTF-8 
  5. (taalkunde) taal, register, dialect
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Friulisch

Zelfstandig naamwoord

code

  1. (zoötomie) staart


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·de

Zelfstandig naamwoord

code v mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord coda