Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·co·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepscode beroepscodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de beroepscodem

  1. geheel van geschreven en ongeschreven regels waaraan de beoefenaar zich moet houden bij de uitoefening van zijn beroep
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid