postcode
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- post·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post en code
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postcode | postcodes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de postcode m
- (informatica) codering ten behoeve van de postbestelling naast naam, adres en woonplaats een elementair attribuut bij persoonsregistratie
- in Nederland levert de combinatie van postcode en huisnummer een uniek adres op
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord postcode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "postcode" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be