Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·drags·co·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragscode gedragscodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gedragscodem

  1. een aantal samenhangende gedragsregels (binnen een bepaalde situatie)

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be