• ver·deel·sleu·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord verdeelsleutel verdeelsleutels
verkleinwoord

de verdeelsleutelm

  1. (economie) een afspraak voor het verdelen van economische middelen
    • Voorstanders van de gekozen verdeelsleutel beklemtonen dat de algemene reserve van CB is opgebouwd over een periode van 146 jaar, terwijl Bol.com nog maar sinds een jaar of vijftien betrokken is bij de boekenbranche. Het bedrijf kan volgens hen daarom geen aanspraak maken op een substantieel deel van een reservepot die grotendeels is opgebouwd in de 19de en 20ste eeuw.[2] 
  2. afspraak voor het verdelen van zaken in het algemeen
    • Burgemeester Hollstein is in Duitsland bekend geworden omdat er in Altena meer vluchtelingen worden opgenomen dan de stad volgens de verdeelsleutel verplicht is te doen. De dader maakte daar herhaaldelijk opmerkingen over. Hollstein is lid van de CDU van bondskanselier Angela Merkel.[3] 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant John Wanders 26 juni 2017
  3. Tubantia Tynke Landsmeer 28-NOVEMBER-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be