Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleu·tel·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sleutelwoord sleutelwoorden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het sleutelwoordo

  1. (informatica) een reserveerd woord dat in een computertaal een vaste functie heeft
    • Woorden als IF, THEN en ELSE zijn sleutelwoorden in een aantal programmeertalen. 
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be