Nederlands

 
gulden sleutelbloem
Uitspraak
Woordafbreking
  • sleu·tel·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sleutelbloem sleutelbloemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

sleutelbloem v/m [3]

  1. (bloemplanten) een geslacht Primula   van meer dan 500 soorten laaggroeiende planten uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae  ). Sommige soorten worden gekweekt vanwege hun decoratieve bloemen. overblijvende soorten bloeien in het voorjaar. De kleur van de bloemen varieert van paars, geel, rood en roze tot wit
    • Ik speurde ook altijd naar slapende vlinders op de sleutelbloemen en vlinderstruiken, hun vleugels samengeknepen, verzwaard door dauwdruppels. [4] 
    • Het nieuwe stuk grond gaat deel uitmaken van de herstelwerkzaamheden van de Snoeijinksbeek waarmee Natuurmonumenten momenteel bezig is.De natuurorganisatie hoopt dat in het gebied de slanke sleutelbloem en de bosanemoon zich zullen vestigen. Ook de kamsalamander kan zich hier weer gaan settelen. [5] 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen