sleutelbloemfamilie

Nederlands

primula

Uitspraak

• Geluid:  sleutelbloemfamilie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• sleu·tel·bloem·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sleutelbloem zn  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sleutelbloemfamilie
verkleinwoord	sleutelbloemfamilietje	sleutelbloemfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de sleutelbloemfamilie v

1. (bloemplanten) een plantenfamilie Primulaceae  met meest meerjarige, vaste planten. De bloemkleuren variëren daarbij: geel, blauw, rood, roze, en wit, ook meerkleurig komt voor. De familie komt op het hele noordelijke halfrond voor en op verspreide plekken op het zuidelijk halfrond

Hyperoniemen

• zaadplanten, asteriden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• cyclaam, guichelheil, kwastjesbloem, mansschild, sleutelbloem, wederik
• dwergbloem, geluksklokje, melkkruid, waterpunge, waterviolier, zevenster

Gangbaarheid

• Het woord 'sleutelbloemfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] sleutelbloemfamilie in het Nederlands Soortenregister N
• [1] sleutelbloemfamilie op Wikidata