wederik
- we·de·rik
- op te vatten als afgeleid van wede met het achtervoegsel -erik, waarbij onzekerheid bestaat over de oorspronkelijke betekenis; in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in 1543 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wederik | wederiken |
verkleinwoord | wederikje | wederikjes |
de wederik m
- (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Lysimachia
- (bloemplanten) bepaald soort sleutelbloemige plant met ovale bladen met zwarte punten en gele, in pluimen bijeen staande bloemen Lysimachia vulgaris
- (medisch) bladen van Lysimachia vulgaris toegepast als basis voor bestrijding van koorts en scheurbuik en bereiding van verschillende verfstoffen
- [1.1] grote wederik, gele wederik, vossenstaart, wilde wilg
- basterdwederik, beklierde basterdwederik, bergbasterdwederik, bleke basterdwederik, donkergroene basterdwederik, heuvelbasterdwederik, kantige basterdwederik, lancetbladige basterdwederik, moerasbasterdwederik, viltige basterdwederik
1.1 bepaald soort sleutelbloemige plant met ovale bladen met zwarte punten en gele,...
- Het woord wederik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wederik" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1.1] wederik in het Nederlands Soortenregister N
- [1.1] wederik op Wikidata
- [1.1] wederik op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wederik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "wederik" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be