• (IPA in voorbereiding)
  • bos·we·de·rik
enkelvoud meervoud
naamwoord boswederik boswederiken
verkleinwoord boswederikje boswederikjes

de boswederikm

  1. (bloemplanten) Lysimachia nemorum   een vaste plant van natte tot vrij vochtige, matig voedselrijke grond in loofbossen en langs beekjes. De plant komt van nature voor in West-Europa en Midden-Europa, de Azoren en de Faeröer. De 23e druk van de Heukels   (2005) plaatst dit geslacht in de sleutelbloemfamilie (Primulaceae  )