De ligging van de Faeröer
De vlag van de Faeröer
demoniem
inwoner Faeröerder
vrouwelijke inwoner Faeröerse
bijvoeglijk Faeröers
  • Fae·röer
  • alleen meervoud, afgeleid van Færeyjar, de naam in het Oudnoords die een samenstelling kan zijn van fær ('schaap') en eyjar (meervoud van ey, eiland): 'de schapeneilanden', naar de schapen die er vanouds veel voorkomen
    In het Faeröers is het woord voor 'schaap' echter seyður en heeft betrekking op (rund-)vee. Een alternatieve verklaring baseert zich op de Herefordkaart uit 1280 waarop de Faeröer zijn aangeduid als farei. Dit zou in het Keltisch 'verre eilanden' betekend kunnen hebben, wat in die tijd zeker een voor de hand liggende plaatsaanduiding was.

Faeröer mv

  1. eilandengroep in de Atlantische Oceaan ten noordwesten van Europa
    • Op de Faeröer groeien planten die bij het klimaat passen. 
  2. (toponiem: land) een land met zelfbestuur binnen het koninkrijk Denemarken dat bestaat uit de onder 1. genoemde eilandengroep (Faeröers: Føroyar; Deens: Færøerne)
    • De Faeröer zijn geen lid van de Verenigde Naties. 
  • Faerøer : schrijfwijze aan het Deens ontleend, gebruikt in de 14e editie van Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal
  • Färöer : schrijfwijze die vroeger wel gebruikt werd


Faeröer

  1. (toponiem) Faeröer; eilandengroep in de Atlantische Oceaan ten noordwesten van continentaal Europa
  2. (toponiem: land) Faeröer; een land met zelfbestuur binnen het koninkrijk Denemarken dat bestaat uit de onder 1. genoemde eilandengroep


Faeröer

  1. (toponiem) Faeröer; eilandengroep in de Atlantische Oceaan ten noordwesten van continentaal Europa
  2. (toponiem: land) Faeröer; een land met zelfbestuur binnen het koninkrijk Denemarken dat bestaat uit de onder 1. genoemde eilandengroep