• ko·nink·rijk
enkelvoud meervoud
naamwoord koninkrijk koninkrijken
verkleinwoord koninkrijkje koninkrijkjes
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be