koninkrijk
- Geluid: koninkrijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkonɪŋkˌrɛik / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkonɪŋkˌrɛɪ̯k/, /ˈkoʊ̯nɪŋkˌræɪ̯k/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkoːnɪŋkˌrɛːk/
- (Limburg): /ˈkoːnɪŋkˌrɛɪ̯k/
- ko·nink·rijk
- van Middelnederlands conincrike, op te vatten als samenstelling van koning zn en rijk zn , met behoud van de eindklank van het Middelnederlandse coninc
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koninkrijk | koninkrijken |
verkleinwoord | koninkrijkje | koninkrijkjes |
het koninkrijk o
1. staatsvorm met een koning aan het hoofd
- Het woord koninkrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koninkrijk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be