Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taxon (onverdeeld)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxon taxa
verkleinwoord taxonnetje taxonnetjes

Zelfstandig naamwoord

het taxono

  1. (biologie) categorie levende wezens die door gemeenschappelijke kenmerken een samenhangende eenheid binnen een omvattende wetenschappelijke (hiërarchische) indeling vormen; meestal heeft zo'n categorie in die indeling een naam en een plaats (rang) gekregen
    • Zowel de soort Homo sapiens als het geslacht Pan zijn taxa die weer beide gerekend worden tot het taxon Mammalia. 
    • De nieuwe soort, die leefde tijdens het Maastrichtien (70-65 miljoen jaar geleden), wordt op basis van de gevonden restanten door de onderzoekers toegeschreven aan de familie van de Abelisauroidea, een tamelijk raadselachtig taxon dat bekend is van een beperkt aantal gebieden uit het vroegere supercontinent Gondwana (behalve van Madagascar ook van India en Argentinië). [3]
  2. (biologie) aanduiding voor een categorie binnen de omvattende wetenschappelijke indeling van levende wezens
    • Het zal menige lezer verbazen te vernemen, dat alle „Flora's" samengesteld en beschreven worden aan de hand van geconserveerd materiaal. Dit is nl. de enige verantwoorde methode, omdat er meningsverschil kan bestaan omtrent de omgrenzing van systematische eenheden of taxa (enkelv. taxon), zoals soort (species), geslacht (genus), familie, enz. Daarom moeten determinaties verifieerbaar zijn voor anderen. [4]
    • De onderscheiding van phylon, taxon, zuivere lijn en isogenon (Adolf Meyer) is noodzakelijk om logische ordening te brengen in de warwinkel van het biologische soortbegrip. [5]
  3. (figuurlijk) onderdeel van een wetenschappelijke indeling met een eigen naam en een plaats (rang) daarin
    • De categorische scheiding tussen het taxon ‘taal’ en het taxon ‘dialect’ is wel gangbaar maar niet houdbaar. [6]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen